Handige tips voor start-ups – wat je echt moet weten voor je begint
Handige tips voor start-ups – wat je echt moet weten voor je begint
Toen Jos Corver in 2010 voor zichzelf begon, was hij niet helemaal een typische start-up. Ja, hij had een innovatieve verbetering bedacht op het gebied van vriesdroogtechniek, en zijn Gentse bedrijf RheaVita had duidelijk groeipotentieel. Maar op één vlak was hij allesbehalve een beginner: hij wist met welke rechten hij zijn innovatieve technologie en zijn bedrijf kon beschermen. Die kennis kwam hem goed van pas bij het opbouwen van zijn bedrijf. Wil jij als start-up ook een vliegende start maken? Lees dan zeker verder.
Bij de start van zijn bedrijf in 2018 bracht Jos twee belangrijke assets in: zijn kennis van farma-machinebouw en zijn kennis van zogeheten intellectuele eigendomsrechten (afgekort: IE-rechten) – denk aan octrooien en merken. En zijn kennis van IE-rechten leverde hem iets heel belangrijks op: toegang tot financiële middelen. Jos: “Het is de eerste vraag die VLAIO – het Vlaams Agentschap voor Innoveren & Ondernemen – en investeerders stellen: hoe heb je je IE-rechten geregeld? Het is het belangrijkste onderdeel van hun due diligence – het onderzoek van investeerders naar je bedrijf, om te controleren of alles klopt voordat ze geld of steun geven.”
Let op welke informatie naar buiten gaat
RheaVita beschikt inmiddels over verschillende internationale octrooien en merken, en een i-DEPOT (een soort digitale kluis voor ideeën en ontwerpen). Jos houdt scherp toezicht op zijn IE-rechten: “Bij RheaVita gaat niets de deur uit zonder dat ik ernaar gekeken heb. Dat raad ik elke start-up aan: zorg dat één persoon zich bewust is van potentieel strategische informatie en als gatekeeper waakt over de informatie die naar buiten gaat.”
Processen en apparatuur voor continu vriesdrogen
RheaVita ontwikkelt processen en apparatuur voor continu vriesdrogen. Deze techniek verlengt de houdbaarheid van kwetsbare medicijnen. Vloeibare geneesmiddelen blijven vaak slechts enkele uren stabiel. Voor transport bij kamertemperatuur is vriesdrogen daarom noodzakelijk. Naast laboratoriumapparatuur verzorgt RheaVita trainingen en opleidingen voor klanten, laboratoriummedewerkers en het Europees Geneesmiddelenagentschap. Daarnaast is Jos regelmatig spreker bij congressen en workshops. Hij vertelt welke strategische keuzes hij maakt over wat hij wel en niet vertelt.
Openbaar maken of liever geheimhouden?
Jos: “Wij hebben heel veel gepubliceerd en op conferenties gesproken. Daarbij letten we scherp op wat we wel vertellen en wat we geheimhouden.” Over de zaken waar RheaVita octrooi op heeft, kan Jos vrijelijk praten, want alle octrooien worden na verloop van tijd openbaar. Maar soms kiest Jos ervoor om geen octrooi aan te vragen, bijvoorbeeld als het gaat om bepaalde bedrijfsprocessen. Die informatie houdt hij liever geheim en daar praat hij dan ook niet over.
"Onderzoek in elk geval of je product of proces inbreuk maakt op bestaande octrooien."
Freedom to Operate
Jos vertelt dat hij zijn hele professionele leven al uitvindingen doet en met octrooien te maken heeft: “Octrooien vertegenwoordigen een waarde, maar een octrooi aanvragen en onderhouden is kostbaar. En als start-up heb je vaak niet veel geld. Als je je geen octrooiaanvraag kunt veroorloven, onderzoek dan in elk geval of je product of proces inbreuk maakt op bestaande octrooien.” Zo’n onderzoek heet een Freedom to Operate-onderzoek (FTO-onderzoek).
Expertise inschakelen
Toen Jos aan de slag ging met zijn eerste octrooiaanvraag, had hij al de nodige ervaring met octrooien. Maar zelf een octrooiaanvraag doen? Dat is toch echt specialistisch werk. Jos schakelde daarom een octrooigemachtigde in. Dat is een juridisch-technisch expert die bedrijven, uitvinders en organisaties helpt bij de bescherming van hun uitvindingen, door namens hen octrooien aan te vragen en te beheren. De gemachtigde hielp Jos bij het schrijven van de onderdelen van een octrooi waarin precies staat wat beschermd is.
Bij het vastleggen van de naam RheaVita, het logo en de namen van een aantal machines deed Jos hetzelfde. “In eerste instantie heb ik alles zelf gedaan voor de Benelux, via BOIP, het Benelux Office for Intellectual Property. Dat was heel makkelijk. Maar wil je een internationaal trademark, dan is het wel handig om dat via een gespecialiseerd merkenbureau te doen.”
Praktische tips voor een vliegende start
“Het allerbelangrijkste,” vat Jos samen, “is dat je als start-up vanaf het begin goed nadenkt over je IE-rechten en dat je voor het specialistische werk experts inschakelt. Kies een adviseur die begrijpt wat je wilt bereiken en met wie je een klik hebt. En regel het onderhoud van je rechten goed. Er zijn gespecialiseerde kantoren die de jaarlijkse betalingen voor je rechten doen, zodat die niet ongemerkt vervallen.”
| Tip van onze experts: Zit jouw onderneming nog in de opstartfase en wil je net als Jos slim omgaan met intellectueel eigendom? Bekijk dan onze smart guide voor start-ups. Hierin leggen we het stap voor stap uit. |